Jesper Palm liep 7 mei zijn eerste 100 kilometer wedstrijd tijdens de WHEW100 in Duitsland. Hij heeft zijn hardloopdoel gehaald en finishte in een zeer knappe tijd van 9:49:33! Als zijn hardloopcoach ben ik natuurlijk erg trots dat Jesper zo’n mooie prestatie heeft kunnen leveren.
Met een big smile over de finish!
Hoe het begon
Vorig jaar nam Jesper contact met mij op omdat hij graag een 100 kilometer zou willen lopen en met meer structuur wilde gaan trainen. De start van het begeleidingstraject was trouwens wel bijzonder, want Jesper moest in de eerste maand eerst nog “even” een 42 kilometer obstacle run van MudMasters doen. Als oud-marinier draaide Jesper zijn hand daar niet voor om. Na een goede herstelperiode konden we daarna starten met het trainingsschema voor een ultramarathon.
Ik vond het leuk om Jesper te begeleiden. Hij was erg gemotiveerd om zijn doel te halen en we hadden een goede klik. Jesper luisterde goed naar de signalen van zijn lichaam als het eens wat minder ging of als er juist een tandje bij kon. Dat vind ik veel belangrijker dan klakkeloos het trainingsschema volgen.
Jesper heeft zijn hardloopdoel gerealiseerd en gaat zich nu richten op andere sportactiviteiten. Uiteraard wens ik hem daarbij veel succes!
Jij ook?!
Heb jij ook ambitieuze hardloopdoelen? Zoek je daarvoor een hardloopcoach die je daarbij helpt met een trainingsschema op maat en intensieve begeleiding? Neem vrijblijvend contact met me op en ontdek wat de mogelijkheden zijn.
Na een jaar uitstel in verband met corona was het 27 maart jl. eindelijk zo ver. De tweejaarlijkse 60 van Texel vond weer plaats. In november was ik begonnen met trainen voor deze wedstrijd. De hele trainingsperiode verliep goed, hoewel ik regelmatig last had van heup en lies. Maar verder had ik geen klachten en kon ik lekker trainen.
De laatste maanden van het trainingsschema kregen de lange rustige duurlopen, zoals trainingsmarathons en nog langere afstanden, een steeds belangrijke plek in het trainingsschema. De laatste jaren heb ik als ultraloper wel geleerd om goed naar m’n lichaam te luisteren en niet blindelings m’n trainingsschema te volgen. Dat ging deze keer ook goed en dit was de reden dat ik niet twee weken voor deze ultramarathon begon met taperen, maar al drie weken voor de wedstrijd. Ik voelde me vermoeid en prikkelbaar na een trainingsweek van bijna 200 kilometer en wist dat ik even gas terug moest nemen. Je kunt maar beter goed herstellen vóór de wedstrijd dan opgebrand aan de start verschijnen.
De laatste voorbereidingen
De zaterdag voor de wedstrijd kwam ik aan op Texel, bij hotel Nieuw Leven in Den Burg. De kamer was nog niet klaar, dus ik besloot te wandelen naar de Stayokay om mijn t-shirt op te halen van de Zestig van Texel. Ik vind de wedstrijd altijd iets speciaals hebben, dat geldt ook voor het t-shirt. Dat is de enige dissonant in het geheel, want ik vind ze altijd zo lelijk! Ik begrijp dat een sponsor zichtbaar wil zijn op een t-shirt, maar dit gaat nergens meer over. Ik gebruik ze altijd tijdens trainingen waar ik een racevest draag, dan zie je er niet teveel van 😉 Zonde, want als je zag wat er voor moois van het startnummer was gemaakt, dan hadden ze dat ook wel met het t-shirt kunnen doen. Daar stond Jan Knippenberg met z’n hond op. Maar goed, zoals gezegd vind ik dit het enige minpuntje van de hele wedstrijd.
Mooi startnummer!Eh,…
Pastaparty
Zaterdagavond nog even gezellig gedineerd bij een Italiaans restaurant in de Koog met Robert Boersma en Edwin Otto die ook de 120 kilometer zouden lopen, hun partners Astrid en Monique en Olivier Jacques die de 60 km zou gaan lopen. Risotto leek me wel een goede keuze als maaltijd voor een wedstrijd. Tijdens het eten bespraken we onze kledingkeuzes voor de volgende dag. Ik koos voor een korte broek, warm thermoshirt korte mouw, runningshirt lange mouw en een windjack. Het zou koud zijn ’s nachts.
Pastaparty!
Klaarmaken voor de start van de wedstrijd
De nacht van de wedstrijd zou de klok een uur vooruit gaan, dus ik was even aan het puzzelen hoe laat ik m’n wekker nou moest zetten. Ik besloot om tien voor twee de wekker te zetten en voor de zekerheid ook nog twee wekkers vlak na 3 uur. Na een prima nacht slapen ging de wekker dus vroeg. Snel koffie drinken en wat broodjes en een banaan eten en dan klaarmaken voor vertrek.
Ik had m’n racevest van Instinct aan en zou de eerste helft daarmee lopen, zodat ik flessen met Tailwind en m’n gelletjes en chiazaad reepjes mee kon nemen onderweg. Ik was in de trainingen ook gewend om daarmee te lopen en zag het extra gewicht niet als probleem. Ik zou Tailwind gebruiken als hoofdvoeding en de gelletjes met cafeïne en de reepjes als aanvulling.
Ik besloot te dribbelen naar de Stayokay, want dat was maar 1,8 kilometer van het hotel. Ik dacht dat ik de route wel had onthouden, maar in sommige straten brandden geen straatlantaarns, waardoor ik toch verkeerd liep. Uiteindelijk was ik toch op tijd bij de Stayokay. Snel nog even een plasje doen en dan naar de wielerbaan voor de start.
En daar gaan we dan!
Bij de start zag ik veel bekende gezichten. We kregen te horen dat 27 personen zouden starten aan de 120 kilometer. Nadat het startschot was gegeven moesten we eerst bijna 2 rondjes over de wielerbaan, voordat we de route over de weg konden vervolgen.
Ik had deze keer geen fietser die me begeleidde. Astrid ter Wolde, de vriendin van Robert Boersma, zou Robert en mij elke 5-7 kilometer vanuit de auto van eten en drinken voorzien. Daar was ik erg blij mee. In het begin liep ik met Edwin en Robert mee, maar na 5 kilometer besloot ik me wat te laten afzakken. Ik had me voorgenomen om rustig te starten en m’n energie te sparen voor de tweede helft.
Ik liep voornamelijk in m’n eentje in het donker, maar dat was ook wel prima. Bij Oudeschild liep ik een stukje samen met Richard Lemstra en kletsten we gezellig wat.
Schaapjes op de dijkSchemering boven de WaddenzeeOchtendgloren boven TexelDaar is het lekkere zonnetje dan!
Richting het keerpunt
Het was weer prachtig om boven de Waddenzee te zien dat het weer licht werd. Bij 30 kilometer zag ik dat Edwin Otto moest uitstappen in verband met een bovenbeenblessure. Ik was daardoor best een beetje van slag, want ik vond het zo balen voor hem. Daarna heb ik mezelf herpakt en ben ik weer doorgelopen, want na de Slufter kwam het strand in zicht. Ik wist dat ik daar de nodige tijd zou verliezen. Het strand was redelijk te belopen, maar de harde stukken liepen heel schuin naar de zee. Na het eerste stuk stand kon ik weer een beetje herstellen en toen kwam het langste stuk richting de Horsten. Veel mul zand daar, wat het behoorlijk pittige maakte.
Laatste stuk strand voor het keerpuntBikkelen op het strand
Ik haalde Robert Boersma in en ging verder naar het keerpunt. Ik hoopte daar te zijn voordat de 60 kilometer zou gaan starten, maar helaas was ik een paar minuten te laat. Het was best indrukwekkend om een paar honderd lopers op me af te zien stormen. Ik hoorde soms m’n naam roepen en zag in een flits bekenden voorbij komen. Ik was vooral bezig met inschatten om men mij wel zag lopen, want sommigen zagen mij pas heel laat aankomen.
Bij het keerpunt hoorde ik van Astrid dat Robert zou stoppen, omdat hij teveel last had. Gelukkig zou ze me wel blijven ondersteunen onderweg. Ik deed m’n racevest uit, zodat ik wat lichter kon lopen en wat meer verkoeling kreeg. Ik moest alleen wel m’n softflask bij me houden de hele tijd, dus je loopt toch de hele tijd met een paar honderd gram in je handen. De dagen erna voelde ik dan ook behoorlijke spierpijn in m’n armen.
De tweede helft van de wedstrijd
Kort na het keerpunt kwam ik Robert tegen en moedigde hem aan om door te blijven gaan. Maar hij zou toch moeten stoppen helaas. Toen kwam het lange stuk strand weer. Dan moet je echt je verstand op nul zetten en maar zeggen dat je stap voor stap dichter bij de finish komt. Toen ik eenmaal weer het strand af was en door een bos liep, werd ik overvallen door misselijkheid. Ik moest overgeven, maar er kwam niets uit. Voor mij een teken dat ik meer moest eten en drinken. En toen ging ik het laatste stuk strand weer op. Ik werd regelmatig ingehaald door 60 kilometer estafettelopers. De vloed kwam op en we moesten veel door mul zand heen ploegen. Ik begon steeds meer te wandelen, ook toen ik weer bij de Slufter aankwam.
Na de Slufter het duin over richting het fietspad
De laatste loodjes
Pas op het fietspad bij ongeveer 85 kilometer kreeg ik het gevoel dat ik een beetje kon herstellen en kon blijven doorlopen.
Ik had de route op m’n horloge gezet en kon zien wat de geschatte aankomsttijd was. De finish zou sluiten om 18:05 en rond de 100 kilometer zag ik dat ik rond 18:04 zou aankomen. Ik liep eigenlijk de hele wedstrijd al te klooien met geschatte tijden en afstanden omdat m’n horloge 2 kilometer afstand meer aangaf dan ik in werkelijkheid had gelopen. Dat was ook de reden dat ik te laat bij het keerpunt was. Nu moest ik gas blijven geven, anders zou ik te laat aankomen en een DNF achter m’n naam krijgen. NO WAY! Bij 102 kilometer dronk ik wat koud water uit een flesje dat ik van Astrid kreeg. Het smaakte heerlijk, maar na 200 meter moest ik overgeven en kwam alles er weer uit. Balen, want dit kostte tijd en energie! Dus snel weer verder lopen.
Nog 25 km tot de finishMet de wind in de rug werd het knap warm
De eindsprint
Bij 110 kilometer werd ik ingehaald door een fietser die zei dat de bezemwagen een kwartier achter me reed en dat ik moest blijven doorlopen. Ik besloot niet meer te stoppen of te wandelen. Ondertussen spoorden Edwin en Robert me ook aan om te blijven doorlopen en te versnellen als dat lukt. Ik kon nog versnellen tot ongeveer 116 kilometer, maar ondanks een paar bekertjes cola met water was de tank toen echt wel leeg. En toen kwam het laatste stuk met 2 kilometer stijgend omhoog en de laatste kilometer weer omlaag. Ik wist niet of ik nog op tijd binnen zou komen, dus het enige wat ik kon doen ik alles eruit gooien wat ik nog had.
Vlak bij de finish zei iemand dat ik op tijd binnen zou komen, dus dat was een hele opluchting. Voor me fietste een groep van Running Blind waar ik doorheen moest zigzaggen en toen was daar eindelijk de finish! Bjorn Paree zat al klaar om een mooie finishfoto te maken, Henri Thunissen had de medailles in de hand en met de armen omhoog en een grote glimlach ging ik dan eindelijk over de finish in 13 uur, 18 minuten en 8 seconden!
Over de finish. Video van Robert BoersmaNog een paar meter tot de finish!Met een big smile over de finishEven uitpuffen op een stoeltje
Bij de finish waren alle Purmerenders present. Van Astrid kreeg ik een aluminium dekentje om niet teveel af te koelen, van Olivier een stoel en een lekker bakje tomatensoep. Dat ging er prima in. Daarna even bijgekomen en door Astrid en Robert werd ik met de auto bij m’n hotel afgeleverd. Ik was blij dat ik dat stuk niet meer hoefde te lopen! M’n doel om onder de 12:30 te lopen of in ieder geval sneller dan in 2019 heb ik niet gehaald, maar ik ben zeer tevreden dat ik binnen de tijd ben gefinisht. Ik kijk terug op een memorabel weekend, want dat was het!
Voor het eerst een medaille bij de Zestig van Texel. Deze krijgt een mooi plekje aan de muur.
Trailrunning is niets anders dan hardlopen in de natuur. Trailrunning is de afgelopen jaren steeds populairder geworden in Nederland. We kennen ook de cross. Dit is ook hardlopen in de natuur, maar vaak zijn de afstanden korter, tot zo’n 12 kilometer en meer prestatiegericht. De cross wordt vaak in het winterseizoen gedaan als voorbereiding op de wegwedstrijden in de zomer.
Bij trailrunning draait het minder om de prestatie en veel meer om de beleving. Mensen zijn steeds meer op zoek naar zingeving en naar rust. Die vinden ze in de natuur. Tijdens trailwedstrijden is de sfeer ook vaak meer ontspannen dan bij wegwedstrijden, waar de nadruk vaak op prestatie ligt. Trailwedstrijden zijn vaak langer en de routes bestaan vaak uit aaneenschakelingen van diverse paadjes. Bij de cross loop je vaak meerdere rondjes op hetzelfde parcours.
Het is heerlijk om uit de hectiek van de stad te zijn en te genieten van de rust en de stilte in de natuur. Als je hardloopt in de natuur, ben je vaak meer op jezelf aangewezen dan wanneer je op straat hardloopt. Het kan gebeuren dat je in de natuur hardloopt er in de omgeving niets of niemand aanwezig is die jou eventueel kan helpen als je hulp nodig hebt.
Zorg daarom dat je uitrusting in orde is, zodat je jezelf kunt redden als er even niemand in de buurt is. Ook als er wel andere mensen in de buurt zijn, kan het evengoed lang duren voor de hulpdiensten ter plaatse zijn, omdat de plaats waar je je bevindt moeilijker te bereiken is. Zorg daarom dat je altijd een telefoon en een aluminium reddingsdeken bij je hebt. Reddingsdekens zijn zeer compact en kun je makkelijk in hardlooprugzak/racevest stoppen. Wanneer je geblesseerd bent geraakt en niet meer kunt lopen, kun je met de reddingsdeken je lichaamstemperatuur op peil houden, waarmee je voorkomt dat je onderkoelt raakt.
Finish bovenaan een berg. Je bent bezweet en het is koud. Dan ben je blij met een aluminium reddingsdeken.
Trailrunnen is goed voor je spieren en gewrichten. Vaak is de ondergrond wat zachter, waardoor de klappen op je gewrichten wat minder impact hebben. Omdat de ondergrond niet vlak is, zul je vaker je voetplaatsing moeten coördineren en corrigeren, wat goed is voor je coördinatievermogen en kleine spieren en pezen. Het kan ook meer kracht kosten dan op straat lopen, bijvoorbeeld als je door mul zand loopt. Bij trailrunning is het belangrijk om ver vooruit te kijken, zodat je eventuele obstakels, zoals boomwortels, tijdig ziet en het ideale pad kunt uitstippelen voor jezelf. Voor het stijgen en dalen in heuvelachtig gebied helpt het als je over een goede looptechniek beschikt. Je zult dan merken dat het stijgen en dalen makkelijker gaat en minder zwaar voelt.
We kunnen allemaal genieten van de natuur, maar moeten er ook goed voor zorgen. “Leave nothing but footprints” is daarom een veel gehoorde zin in de wereld van trailrunning. Gooi geen afval in de natuur, maar neem alles wat je bij je hebt en hebt gebruikt of verbruikt weer mee terug en gooi het in een vuilnisbak.
Voor trailrunning hoef je niet perse naar de duinen of bossen. Misschien zijn er in je eigen omgeving wel bospaadjes, ruiterpaden of schelpenpaden waar je lekker kunt lopen? Vaak is er mooie natuur dichter bij dan je denkt!
Ik ben een gediplomeerd trailrunningtrainer. Wil jij meer weten over trailrunning, een keer onder begeleiding door heuvelachtig gebied of een ander natuurgebied lopen of een techniektraining krijgen? Of wil je wel een hardloopschema voor een lange trailwedstrijd? Neem dan gerust contact met me op. Ik help je graag verder.
Soms krijg ik zomaar de kriebels. Ik train veel en lange afstanden voor de ultramarathons die ik wil lopen. Dan vraag ik me wel eens af: moet je niet gewoon eens genieten van al die arbeid? Gewoon eens een lange afstand lopen om ervan te genieten? En vaak antwoord ik dan “Ja!”, waarbij ik natuurlijk wel oppas dat ik m’n trainingsschema niet volledig om zeep help 😉
En zo komt het dat ik afgelopen week besloot een vrije dag te nemen en een lange afstand te gaan lopen. Ik vond 70 km wel een mooie afstand. Een rondje richting het westen en daarna richting Alkmaar en via West-Friesland weer terug leek me wel wat. De afstand die ik maakte in de TopoGPS app kwam daarmee op 74 km uit, maar dat moest ook wel te doen zijn.
De weersverwachting gaf aan dat er een westenwind zou zijn, eerst uit het noordwesten en later uit het zuidwesten. Starten richting het westen was dus sowieso goed. Ik had niet zo goed geslapen en was nog behoorlijk moe toen m’n wekker om 6.30 uur ging. Toch maar opgestaan en me gaan aankleden. Kledingkeuze: Saucony Kinvara schoenen, lange tight van Fusion, lang thermoshirt, dun runningshirt met lange mouwen en een windjack. Voor de zekerheid ook maar 2 paar handschoenen en een mutsje in m’n rugzak gestopt.
Ik nam 3,2 liter water met Tailwind mee (waterzak 2 liter en 2x 600ml flessen) en een stuk of 8 Chia Charge reepjes. Daar moest ik het wel mee redden, dacht ik. Even voor achten vertrok ik, waarbij ik navigeerde op m’n horloge. Na 2 km kwam ik al een bekende tegen, Richard Veenstra. Ik deed het lekker rustig aan en het navigeren ging goed. Bij Wormerveer moest ik over een onverhard wandelpad achter een industrieterrein en langs een kanaal lopen. Na een paar kilometer moest daar een pontje liggen waarmee je zelf kon overvaren, maar die lag er niet…
Ik liep maar door over het industrieterrein in de hoop dat er een andere oversteekplaats was, maar helaas was die er niet. Toen ben ik maar omgekeerd en teruggelopen naar het het beginpunt van het pad en daar het water via een brug overgestoken. Vanaf dat punt kon ik de route weer vervolgen. Ik was druk in m’n hoofd bezig uit te rekenen hoeveel kilometers ik nu extra had gelopen en op welke afstand ik uit zou komen. Ik gokte dat ik rond de 80 km zou uitkomen. De afgelopen week had ik al veel kilometers gelopen, dus het was behoorlijk pittig. De mentale dipjes kwamen dan ook al snel en ik vroeg me af of ik m’n vrouw zou bellen om me op te halen of met het OV terug zou gaan. Gelukkig kwam ik door m’n dipjes heen en als ik het echt zwaar had, ging ik even wandelen en at en dronk ik wat. Daarna kon ik met nieuwe energie weer doorgaan.
De route was eigenlijk een beetje saai en het sombere weer maakte het er niet beter op. Er vielen een paar buien, maar die waren ook zo weer voorbij. Bij Alkmaar kwam ik Monique tegen die ik wel eens eerder had gezien en die ik volgde op Instagram. Leuk om een bekend gezicht te zien.
De route van asfalt en klinkers werd soms onderbroken door wandelpaden door weilanden of over dijken. Die waren erg nat en glibberig, maar wel leuk voor de afwisseling. En ach, hard ging het toch niet meer.
Bij Spierdijk schrok ik op van een toeterende lesvrachtwagen. Bleek er een loopmaatje van vroeger, Bas Bosch, daar als lesinstucteur in te zitten en te zwaaien. Van dat soort leuke ontmoetingen wordt je weer even vrolijk en dat helpt om lekker door te blijven lopen.
Bij Beets moest ik volgens de route weer door een weiland, maar dat was volgens mij net besproeid met mest en was kletsnat. Daar had ik even geen trek meer in! Dus ik liep door over de route die ik vaker heb gelopen als ik een rondje Beemster doe. Bij de N347 aangekomen sloeg ik rechtsaf richting Oosthuizen. Dan is het nog een kilometer of 14 naar huis. Na 70 km was de workout op m’n horloge geëindigd en vlak daarna gaf m’n horloge aan dat ik 75 km gelopen had. Daar klopte natuurlijk niets van en ik baalde als een stekker. Ik had me voorgenomen om thuis meteen het bestand van Garmin te repareren, zodat de afstand wel zou kloppen.
Op de Purmerdijk kwam ik collega-trainer Marck de Haan nog tegen. Hij wil dit jaar de 3.000 km aantikken en we kletsten wat over het trainerschap. Daarna ging de route over het modderige trimpad, maar daarna alleen nog maar asfalt gelukkig.
Vlak bij huis hoorde ik iemand m’n naam noemen en dat bleek m’n loopmaatje Barbara te zijn, die net van haar werk kwam. We kletsten wat en ze maakte nog even deze foto van me.
Daarna was het nog 400 meter lopen om de 86,86 km te klokken. Dat was op m’n horloge dan. Ik moest daarna de afstand nog corrigeren. Die kwam na correctie uit op ongeveer 84 km. Ik ben blij dat ik dit heb gedaan. M’n PR op de weekafstand had ik verbeterd van 204 naar 234 km en ik wist dat ik nog steeds in staat was om een mooie ultra-afstand te lopen. En tijdens dit loopje had ik de 5.000 km aangetikt dit jaar. Niet zo veel als andere jaren, maar ik ben er tevreden mee.
Ik vind het mooi om m’n grenzen op te zoeken en te verleggen. Jij kunt dat ook! Misschien begin je wel met hardlopen en wil je het 5 km volhouden. Of heb je al een keer een halve marathon gelopen en wil je een hele marathon lopen? Misschien ken je de marathon al en wil je de ultra-afstanden verkennen? Geloof me, het maakt niet uit welke uitdaging het is, het is heel bevredigend om ze aan te gaan en je grenzen te verleggen! Zal ik je daarbij helpen?
Met ingang van 1 januari 2022 ga ik nieuwe loopgroepen starten in Purmerend. Uiteraard houd ik rekening met de coronamaatregelen. Op dit moment mogen ’s avonds 4 personen + 1 trainer gezamenlijk trainen, overdag is die limiet er niet.
Waarom zou je bij mij komen trainen? Nou, omdat ik al vele jaren (gediplomeerd) looptrainer ben en sinds kort ook trailrunning trainer. Ik kan je helpen om je looptechniek te verbeteren. Hardlopen is heerlijk, maar kan ook belastend zijn voor je lichaam. Een goede loophouding kan je helpen om de kans op blessures te verminderen.
Het maakt niet uit of je beginner bent of al een gevorderde loper. Iedereen kan op z’n eigen niveau deelnemen. En met andere enthousiastelingen trainen maakt het alleen nog maar leuker! 🙂
Opleider, examinatoren en alle trainers die het examen hadden afgelegd (met succes!)
Op 20 november heb ik mijn diploma Trailrunning trainer basis (TRT1) gehaald. Ik mag mij nu gediplomeerd trailrunning trainer noemen. De locatie was op het prachtig gelegen terrein van scoutinggroep De Markesteen. Het examen verliep goed en ik zat er lekker in. Het doel van de training was om de lopers technieken aan te leren waardoor ze met meer zelfvertrouwen afdalingen konden uitvoeren.
Ik vond het jammer toen ik van de examinatoren hoorde dat ik mocht stoppen na een half uur, want ik was nog helemaal niet klaar en het ging net zo lekker 😉
Nu ga ik nadenken over het opzetten van clinics of cursussen. Wellicht ga ik een groep samenstellen om gezamenlijk voor een mooie trailwedstrijd te trainen. Heb je interesse, neem dan even contact met me op!
14 november liep ik de Graef Castricum Trail GPX Ultra 60 km. Mijn zoon Simon was vrijwilliger, dus voor ons allebei ging de wekker al om 5 uur. De start van de trail was om 7 uur in Castricum. We waren keurig om 6.30 aanwezig bij AV Castricum. Simon werd meteen aan het werk gezet en ik kreeg m’n startnummer en tracker mee. Met die tracker kon iedereen op de ultra-afstand op afstand worden gevolgd.
Bij de start kwam ik René Schoen tegen, met wie ik al veel mooie lange afstanden samen heb gelopen (de man in bolletjestrui). Ook andere bekenden kwam ik weer tegen. Wat dat betreft is de ultrawereld best klein en dat heeft ook wel z’n charme. Persoonlijk vind ik dat leuker dan massale wedstrijden met duizenden lopers.
Vanaf de start besloot ik niet al te snel weg te gaan en samen met René op te lopen. We hadden veel stof om bij te kletsen, dus de kilometers vlogen voorbij. Het eerste uur liepen we in het donker met hoofdlampje. Daarna werd het licht genoeg om zonder lampje verder te lopen. We liepen richting Egmond en gingen daar het strand op. Vanaf dat punt was de route niet meer aangegeven en moesten we verder navigeren op GPS op de handheld of horloge.
Het strand was goed te belopen. Toen we eenmaal voorbij Egmond waren, gingen we weer het strand af richting de duinen. We liepen eerst vooral over gras, maar al snel kwamen de duinen en heuvels. Het was erg druk op het parcours met mountainbikers. Als je je daar niet druk over maakt en elkaar de ruimte geeft, dan heb je er ook geen last van 😉
Voorbij Bergen stond een verzorgingspost waar Simon ook stond. Erg leuk vond ik dat. Na even onze flesjes te hebben bijgevuld met Tailwind en water konden we weer verder. Het parcours was mooi en we liepen nauwelijks verkeerd. Alleen in de buurt van het strand misten we een afslag, maar dat scheelde maar een paar honderd meter.
Mijn benen deden het prima en ik had niet veel last van m’n lies en heup. Na de verzorgingspost in het duingebied van Castricum bij 43 km weer alles flesjes gevuld. Toen kwam het laatste deel van de wedstrijd. Tussen 45 en 55 had ik het gevoel te kunnen vliegen, zo lekker liep ik. Veel stukken herkende ik van de zwarte wandelroute van Castricum, die ik altijd de Hel van Castricum noem en al heel vaak heb gelopen.
Bij 51 km was nog een verzorgingspost, maar daar liepen we aan voorbij. Het ging goed en we hadden nog genoeg te drinken. Bij 55 km kreeg ik het ineens toch lastig. Was dit omdat ik wist dat ik er bijna was? René kon nu mij lekker op sleeptouw nemen. Als je maar steeds je ene voor de andere voet blijft zetten, kom je vanzelf verder. Uiteindelijk kwamen we weer aan bij de atletiekbaan in Castricum. Er liep nog iemand voor ons en René riep dat we een sprintje moesten trekken om hem in te halen. Nou, een beetje versnellen lukte wel, maar niet met het tempo wat René ineens uit de kast trok!
Het lukte René om de loper voor ons in te halen, maar ik vond het wel mooi geweest zo en liep in vlot tempo over de finish. Daar stond Simon ons op te wachten om de tag van onze schoen af te knippen en de tracker uit het vest te halen. En daarna nog met Simon en René op de foto natuurlijk! Bij de finish zag ik ook nog Ruben Ruijgendijk en Alex Wegman, 2 Purmerenders die de 35 km liepen en ons onderweg al hadden ingehaald.
Al met al ben ik erg tevreden over hoe het ging. M’n benen hadden goed hun werk gedaan en ik was nog redelijk fris toen ik de finish over ging. En bovenal was het weer een prachtige omgeving om te lopen!
Vanmorgen ging om 6 uur al de wekker omdat de prachtige Berenloop op Terschelling op het programma staat. Om half acht pikte ik Barbara op en toen was het nog een uurtje rijden naar Harlingen.
Bij de boot kwam Robert Boersma ons gezelschap houden. Omdat we de langzame boot hadden, kwam ik helaas te laat bij de post bij de Brandaris op Terschelling waar ik mijn sportdrank kon afgeven voor de verzorgingsposten. Daarom maar besloten een flesje leeg te drinken voor de wedstrijd en één fles mee te nemen. Vlak voor de start kregen we door dat het stuk strand van 3 km uit het parcours was gehaald omdat het hoog water voor problemen kon zorgen.
Het was even de vraag wat ik nou aan moest doen. Er werd windkracht 6-7 verwacht en af en toe een bui. Uiteindelijk maar gekozen voor een korte broek, thermoshirt en een running shirt lange mouw. Ik had niet specifiek voor een marathon getraind, maar m’n trainingen gingen de laatste tijd best lekker, dus ik wilde wel proberen om mijn PR te verbreken op de marathon en onder de 3 uur 30 te lopen.
In het startvak vonden we Gizelle Rijnen, Jeroen Bijman en een maatje van hem. Dus we konden gezellig bijkletsen tot de start. Toen het startschot werd gegeven, ging een scheepshoorn af en dat was toch wel een mooi kippenvelmoment. We begonnen met de wind in de rug en ik wist dat we in de tweede helft de wind tegen zouden hebben. Ik koos er daarom voor om vlot te starten, want ik zou toch wel tijd verliezen in de tweede helft. Ik wilde m’n hartslag tussen de 150-158 bpm houden en dat lukte goed. De sfeer langs de kant was geweldig! Zo leuk om al die enthousiaste mensen langs de kant te zien met een muziekje erbij.
Na een kilometer of 17 begonnen we wind tegen te krijgen. Ik merkte meteen dat het tempo zakte, dus ik besloot bij een groepje lopers aan te sluiten zodat we konden wisselen met voorop in de wind lopen, terwijl de rest dan in de luwte liep.
Bij elke verzorgingspost nam ik een stuk banaan en bij 21 km begon ik uit m’n fles sportdrank te drinken. Dat was eigenlijk te laat. Ik heb nooit last van krampen, maar nu begon m’n rechterkuit toch verkrampt te voelen bij 25 km. Ik was bang dat dat kramp er echt in zou schieten, dus soms stopte ik even om mijn kuit een beetje los te masseren.
Ondertussen bleef de wind hard waaien en kwamen er flinke regenbuien over. Dat was wel pittig. Soms zag ik mijn loopmaatjes Hans en Esther langs de kant staat aanmoedigen en dat gaf toch steeds een flinke boost om te blijven lopen.
Aan het einde lukte het soms om nog wat tempo te lopen, vooral als ik lette op mijn looptechniek. De laatste kilometer was weer prachtig. Je loopt dat door straten met kroegen en veel mensen langs de kant die je naar de finish toe schreeuwen. Uiteindelijk kwam ik bij 3:39 minuten door de finish. Niet onder de 3:30, maar ik was gezien de omstandigheden toch tevreden met het resultaat.
Zondag 31 oktober liep ik de Schoorl Duinentrail van MudSweatTrails van 35 km. Ik weet inmiddels dat deze wedstrijden veel zand en heuvels bevatten, dus ik was voorbereid op een paar uur afzien! We werden niet teleurgesteld, want vanaf de start liepen we direct het mulle zand in. Na het zand kwamen de hoge duinen. Die kon ik redelijk belopen, want ik had in de voorbereiding van de Jungfrau Marathon al veel hoogtemeters gemaakt in Schoorl.
De route was weer erg mooi met een paar flinke duinen met mooie vergezichten. De zaterdag voor de wedstrijd had ik een opleidingsdag voor Trailrunning Trainer en de tips van die dag kon ik goed toepassen. De belangrijkste is ver vooruit kijken, zodat je je pad met de minste obstakels kunt uitstippelen. Dat ging goed, want ik ben geen een keer gestruikeld 😉
De laatste kilometers nog een regenbui gehad, dus nadat ik was gefinisht en het finishersbiertje in m’n handen kreeg gedrukt, ben ik me snel gaan omkleden om niet te veel af te koelen en naar huis gegaan. Het was weer een mooie wedstrijd in een prachtige omgeving!