Sri Chinmoy 100 km in het Amsterdamse Bos
In mijn vorige blog schreef ik over mijn hardloopreis van Purmerend naar Epe. Ik heb moeten kiezen tussen die reis of deelname aan de Sri Chinmoy 100 km een week later. Bij de wedstrijd van Sri Chinmoy moest ik echter dan een trailruntraining afblazen en dat wilde ik niet. Toevallig was er deze keer voor de trailruntraining toch niet voldoende belangstelling, dus als ik wilde, kon ik de 100 km toch doen. Kan ik twee keer 100 km in 9 dagen lopen?
De dag voor de wedstrijd zat ik nog steeds te dubben of ik nou zou starten aan de 100 km. Wat doorslag gaf om het wél te doen was de gedachte dat ik in oktober 200 km ga hardlopen tijdens de Taubertal100. Dus wat deed ik nu moeilijk? Ik voelde me goed en had een week rust gehad na mijn vorige 100.
Zo gezegd, zo gedaan. Zaterdag 25 mei stond ik om 8.15 uur in het Amsterdamse Bos en schreef ik me in voor de 100 km. Dit zou de 5e keer worden dat ik deze wedstrijd liep. Ik had geen idee hoe het zou gaan en of ik genoeg hersteld was om de 100 km uit te lopen, maar dat zou ik wel merken.
Het ultrawereldje is niet groot, dus ik zag veel bekende gezichten en dat vind ik altijd erg leuk. Even een praatje maken en horen hoe het met anderen gaat.
De start van deze wedstrijd begint altijd met een moment van stilte. Dat is toch heel iets anders dan de opzwepende muziek bij grote evenementen. Toch houd ik er van. Je komt daardoor in een focus die je rust geeft en het helpt je om je te concentreren op wat komen gaat.
Nadat de starter “Start” had geroepen, gingen we op pad. Eerst een aanlooproute en dan 44 rondjes van 2,2 km met een klein (maar op den duur venijnig) heuveltje.
Bij deze kleinschalige wedstrijd worden je rondjes geteld door mensen die achter een kraampje bij de start/finish zitten. Hoe “low tech” wil je het hebben! Iedere ronde is het wel zaak om even oogcontact te maken, zodat ze je zien langs komen. Dat voelt soms toch wel spannend, vooral als je twijfelt of ze je nou hebben gezien. Gelukkig ging dat allemaal goed.
Het begin van de wedstrijd was soms hectisch, want er was ook net een Parkrun gestart. Hele massa’s lopers kwamen ons tegemoet, dus het was even passen en meten op de smalle paadjes om door te kunnen lopen.
Het lopen ging verrassend goed na de 108 km van vorige week. Ik kon m’n hartslag laag houden en m’n benen voelden goed. Alleen m’n heup en lies begonnen een beetje te zeuren, maar nadat ik weer goed op m’n loophouding lette, kreeg ik minder last.
Rond 13.00 uur hoorde ik ineens een heel geraas. Dat bleek een complete wolkbreuk te zijn die over het bos trok en die me binnen een minuut van top tot teen doorweek maakte. Nou ja, ik zou in ieder geval niet oververhit raken! Na de eerste hoosbui volgde nog een andere en alle aanwezige plassen waren ook weer een maatje groter geworden.
De hoop op droge voeten had ik opgegeven, het was nu een kwestie van doorlopen, ook door de plassen heen.
Later in de middag begon het op te klaren en werd het warmer. Ik bleef m’n gelletjes regelmatig innemen, maar ik wilde niet stoppen om nieuwe flesjes met water en Tailwind te maken. In plaats daarvan nam ik water of cola bij de verzorgingspost. Dat was een vergissing van me, want ik dronk te weinig en dat had invloed op m’n tempo. Bovendien was de cola al heel snel op bij de verzorgingspost. Dat was eigenlijk het enige minpuntje van de wedstrijd, want op cola loop ik altijd wel een wedstrijd uit.
Maar goed, na 10 uur en 31 minuten kwam ik dan eindelijk over de finish! Ik was erg blij dat dit was gelukt en de tijd vond ik nog best prima. Met een beker voor 2e man in de categorie 50+ (auw!) kon ik met een paar stijve benen én een goed gevoel weer terug naar huis.
Thuis aangekomen, deed ik mijn sokken en schoenen uit. Daar kwam zóveel modder en troep uit! Ik kan me dat zelfs van modderige trails niet herinneren. Nou ja, daar is de wasmachine voor 😉