Wedstrijdverslag Taubertal100 – 200 km

Taubertal 100 – der Ritterlauf

Proloog

In 2023 wilde ik tijdens het Run Ultrafestival in Amersfoort, bij de 24-uurs race, proberen tussen de 180 en 200 km te lopen. Helaas was het dat weekend ontzettend warm, zowel overdag als ’s avonds, waardoor ik bleef steken op 163 km. Toen ik zag dat de Taubertal100 vanwege het 10-jarig jubileum dit jaar een 200 km-afstand aanbood, besloot ik me in te schrijven. Van meerdere lopers had ik gehoord dat dit een bijzondere wedstrijd is, ook vanwege alles eromheen.

Mijn loopmaatje Barbara (die ik ook begeleid met trainingsschema’s) wilde tijdens deze wedstrijd haar eerste 100 mijl (160,93 km) lopen en had zich voor die afstand ingeschreven. Afgelopen jaar hadden we al onze trainingen en wedstrijden afgestemd op deze wedstrijd.

Op de vrijdag voor de start vertrokken we om 6.30 uur uit Purmerend. Om de wedstrijdspanning nog wat te vergroten, kreeg mijn auto op de Duitse autobahn motorproblemen. Haperend en zonder vermogen reden we de heuvels op, maar op vlakke stukken ging het gelukkig wel weer goed. Uiteindelijk kwamen we aan bij onze bestemming, Hotel Rappen in Rothenburg ob der Tauber.

We haalden onze startnummers en dropbags op in het prachtige middeleeuwse dorp. Terug in het hotel vulden we de dropbags en legden alles klaar voor de volgende ochtend. Daarna was het tijd voor de ‘potato party’ met andere deelnemers.

Barbara en ik waren uitgenodigd aan de ‘green table’, waar organisator Hubert Beck zat met eerdere deelnemers. Aangezien er maar drie waren, mochten ook lopers van de 100 mijl en 200 km aanschuiven. Na een heerlijk diner was er een voorstelling van Dieter Boumann, een 5000 meter-loper die goud won op de Olympische Spelen van 1992. Hij beeldde op amusante wijze verschillende types uit terwijl hij op een loopband liep en deed alsof hij zijn eerste 100 km in 2011 in Biel liep.

Na de voorstelling gingen we snel slapen, want om 4.00 uur zouden we opstaan.

De volgende ochtend hadden we onze dropbags afgegeven voor het 70- en 100 km-punt, waarna we gingen ontbijten. We ontmoetten daar Albert Heikens, die ook de 100 mijl zou lopen, en gezellig bij ons kwam zitten.

Warming-up met een fakkeltocht

Om 5.15 uur verzamelden we buiten het hotel. We kregen allemaal een fakkel, die we aanstaken en vervolgens, wandelend/dribbelend, gingen we het dorp in. Dat was een heel bijzonder moment. Na iets meer dan een kilometer verschenen een koningin en een ridder te paard die ons een opdracht gaven en veel succes wensten. We doofden de fakkels en dribbelden verder naar de startlocatie. Mijn hartslag zat boven de 200 (ik droeg een hartslagband), wat me even deed schrikken.

We gaan starten!

Toen het startsignaal klonk, begonnen we rustig te lopen. Na 2 km merkte ik dat ik per ongeluk mijn horloge had gestopt en dus een kilometer had gemist. Gelukkig was mijn hartslag weer genormaliseerd.

De grote uitdaging bij deze wedstrijd was hoe je 200 km mentaal in kleine stukjes hakt om het behapbaar te houden. Bij 100 km-wedstrijden lukt dat wel, maar nu moest ik eerst 100 km lopen en dan nog eens hetzelfde stuk. Dat hield me onderweg nogal bezig. Ik besloot te focussen op het behalen van de eerste 100 km en daarna verder te zien. Eén ding stond vast: ik zou niet stoppen bij een finish van een andere afstand. Het was 200 km of een DNF (Did Not Finish), niets ertussenin. Deze strengheid naar mezelf moest twijfel bij andere afstanden wegnemen.

Hoe het onderweg ging

Het parcours was heuvelachtig en na ongeveer 50 km begon ik mijn bovenbenen te voelen door de afdalingen. Barbara had een waterzak in haar racevest, ik koos voor drie softflasks van 600 ml. Hierdoor moest ik vaker stoppen bij verzorgingsposten, terwijl Barbara kon doorlopen. Het werd een soort haasje-over, maar we liepen veel samen. Bij de finish van 70 km bleek mijn dropbag aanvankelijk niet aanwezig. Na een zoektocht werd hij gelukkig alsnog gevonden en kon ik mijn vest bijvullen.

De100 km liep ik net binnen de 11 uur, dus het ging nog gecontroleerd en ik had tijd genoeg voor de rest. Bij de verzorgingspost bleef ik wat langer om soep te eten, terwijl Barbara verderging. Bij het nemen van paracetamol om de pijn in mijn benen te verlichten, ging het mis en moest ik overgeven. Dat kostte me tijd en energie, en ik dacht niet dat ik Barbara nog zou inhalen. Gelukkig kwam ik haar na 140 km weer tegen.

Ze had het zwaar en ik besloot bij haar te blijven tot de volgende verzorgingspost op 150 km. Barbara kon niet meer verder. Zelfs wandelen lukte haar niet meer, dus moest ze besluiten dat het helaas klaar was voor haar. Dat was natuurlijk een teleurstelling, omdat ze over 7 km bij de finish zou zijn. Ze heeft echter haar afstandsrecord verbeterd naar 154,35 km, dus dat is een prestatie om trots op te zijn! Barbara is uiteindelijk in het 100 km klassement opgenomen als tweede dame met een tijd van 10:59:09.

Alleen verder

Toen het donker werd, kwam ook de mist opzetten. De mist in combinatie met de hoofdlamp maakte het moeilijk om te zien. Het leek soms alsof ik hallucineerde: ik zag ijsberen langs de weg, monsters in de bomen en had het gevoel dat er iemand met me meeliep, terwijl dat niet zo was. Gelukkig wist ik dat het niet echt was. Ondanks de vermoeidheid zette ik door, zelfs toen ik in slaap viel en wakker werd met mijn voeten in het gras naast het fietspad. Als ik het zwaar had, stelde ik me voor hoe ik me zou voelen als ik eenmaal over de finish zou lopen. Ook wist ik inmiddels uit ervaring dat het gewoon een kwestie is van door blijven lopen. Stapje voor stapje kom je dichterbij je doel.

Bij 161 km wilde ik meteen weer verder om de laatste 39 km af te leggen. Het tempo was weg en het was puur een kwestie van volhouden. Mentaal was dit het zwaarste deel, omdat ik 20 km naar het keerpunt moest lopen en daarna weer terug. Rond de 170 km raakte ik de weg kwijt, maar gelukkig wees een andere loper mij de juiste richting.

De laatste loodjes tot de finish!

Eindelijk, bij 180 km, nam ik even pauze op het keerpunt. Ik dronk koffie en at aardappelpuree. Met nog 20 km te gaan, besloot ik mijn tempo te verhogen, ook al voelde ik me uitgeput. Ik had namelijk gehoord dat ik derde lag en was in de overtuiging dat nummer vier (een jonge knaap van 19!) mij in zou kunnen halen. Door te letten op mijn looptechniek probeerde ik zo snel mogelijk te blijven lopen. Uiteindelijk finishte ik als derde man op de 200 km, iets waar ik erg trots op ben. Mijn tijd was 28:35:40.

Bij de finish werd ik geridderd, waarvoor ik nog wel even moest knielen (AU!). Ik kreeg een buckle, en twee medailles, een voor de 100 mijl en een voor de 200 km.

Daarna was het “snel” omkleden en nog ruim 25 minuten wandelen voor de lunch met prijsuitreiking voor de 100 mijl en 200 km. De Jägerschnitzel ging er goed in en het was leuk om een prijs te mogen ontvangen.

Het was een memorabel weekend vol lessen over doorzettingsvermogen, voeding, en wat het lichaam aankan.

Bekijk hier mijn run op Strava!

×

Hallo!

Leuk dat je contact met me opneemt!

Klik op mijn naam hieronder om te chatten via WhatsApp

× Hoe kan ik je helpen?